© Historisch Documentatiecentrum Marinebedrijven
200 Jaar Marinewerf in Den Helder Na de tweede wereldoorlog. Na de bevrijding van Nederland in 1945 was de regering het er nog niet over eens of de marinehaven wel in Den Helder moest blijven. Maar in 1948 werd besloten de haven in Den Helder te houden en zelfs uit te breiden. Door dit besluit was de Rijkswerf in Den Helder gered. Na de Tweede Wereldoorlog bereikte de werf zijn grootste omvang. In 1949 werd er begonnen met het aanleggen van een nieuwe haven, de nieuwe thuisbasis voor de schepen van de Koninklijke Marine. In de tachtiger jaren van de twintigste eeuw werd de grens bereikt van de mogelijkheden, aangaande de infrastructuur op de oude Rijkswerf “Willemsoord”, om in de pas te blijven met technische ontwikkelingen en vlootsamenstelling en volume. Nadat de “Nieuwe Haven” gereed was gekomen had de Koninklijke Marine haar vloot verplaatst naar het marine complex op de Nieuwe Haven. Daarmee werd een fysieke afstand gecreëerd tussen de Rijkswerf en de vloot in onderhoud. Een intensief transport van mensen en materiaal was het gevolg met een negatieve invloed op de doelmatigheid van het onderhoudsproces. Men besloot dan ook dat er een nieuw overdekt dok moest komen dat geschikt was voor de nieuwe fregatten en dit te bouwen op het Nieuwe Haven terrein. Dit dok, “Dok VI” genaamd, werd 2 oktober 1980 officieel in gebruik gesteld. Dok VI behoort tot Europa's grotere overdekte dokken. Het kan alle grote schepen van de Koninklijke Marine opnemen, behalve de grotere bevoorradingsschepen. Het werd ontworpen voor de huidige en toekomstige generatie schepen. In die jaren kwam de privatiseringsdiscussie goed op gang. Ook binnen de defensieorganisaties moest worden bezien welke activiteiten zich eventueel voor privatisering zouden lenen. Dit leidde in 1986 tot de conclusie dat afstoting van de Rijkswerf als “geheel”, gelet op de operationele inzetbaarheid van de vloot, niet mogelijk was en vanwege de synergie, afstoting in delen niet zinvol was. Een verdergaande besparing op de instandhoudingskosten bij de Rijkswerf werd wel mogelijk geacht door inkrimping van de personele sterkte en door een betere bedrijfsvoering, additionele uitbesteding en het verplaatsen van de werf naar de Nieuwe Haven nabij de operationele vloot. Eind 1986 werd er op initiatief van de staatsecretaris Jan van Houwelingen (Defensie) een stuurgroep opgericht “stuurgroep vervolgonderzoek privatiseringsonderzoek Rijkswerf” om het onderzoek op essentiële onderdelen nader te onderbouwen. De stuurgroep rapporteerde op 25 mei 1987 aan de staatssecretaris van Defensie met het advies om het grootste deel van de onderhoudswerkzaamheden door en op de Rijkswerf te doen uitvoeren en de Rijkswerf in zijn geheel te concentreren op het Nieuwe Haventerrein. Hierbij de Rijkswerf een meer zelfstandige plaats in de Koninklijke Marine te geven en op grond van het werkgelegenheidsaspect de externe uitbestedingen te beperken. De staatssecretaris nam medio 1987 het advies van de stuurgroep over in zijn beleidsvoornemens voor de Rijkswerf. Dit resulteerde in 1988, als besluit van de staatssecretaris van Defensie, tot reorganisatie van de Rijkswerf en realisatie van een geheel nieuwe infrastructuur. Hierbij was een voorwaarde gesteld dat na de uitvoering van de maatregelen de Rijkswerf met maximaal 1.000 medewerkers het werk moest kunnen verrichten. Als doel stelde de staatssecretaris dat de marinebasis Den Helder en de Rijkswerf in het bijzonder een doelmatig en modern complex wordt met goede werkomstandigheden voor het personeel. Na veel onderzoek deed de projectgroep voorstellen tot een functioneel ingerichte organisatie. Direct hiervan afhankelijk is de infrastructuur ontworpen en voorziet in reparatiekaden, een schepenliftcomplex, een viertal werkplaatsen en een accuwerkplaats. Dit alles gegroepeerd naast het bestaande overdekte fregattendok (Dok VI) en een centraal kantoorgebouw. De nieuwe gebouwen konden hun energie, zowel elektrisch als warmte, betrekken vanuit het gelijktijdig te bouwen krachtwarmtestation. Voor de met de nieuwe bedrijfsvoering gepaard gaande culturele omslag en de benodigde nieuwe kennis en kunde werd een kostbaar en omvangrijk opleidingsprogramma samengesteld. Het doel was het creëren van een totaal nieuwe en op de laatste technische ontwikkelingen gebaseerde werf bemand met gemotiveerde en deskundige medewerkers. Op 7 januari 1988 werd door de Staatssecretaris van Defensie J. van Houwelingen het officiële startsein voor de bouw van de Nieuwe Rijkswerf gegeven. Hij onthulde hierbij op het terrein naast Dok 6 een model van een meerpaal, met daarop een plaquette. Inmiddels was op verzoek van de NATO de capaciteit van het Schepenliftcomplex (SLC) vergroot van 1.000 ton tot 2.500 ton en kon op 27 februari l989 de eerste paal van het SLC de grond in. Gaandeweg kwam het SLC gereed en kon de overdracht en de indienststelling op 17 januari 1991 plaatsvinden. Het transportsysteem van het scheepsliftcomplex is uniek in zijn soort. Het gehele complex ligt op een ononderbroken niveau. Het stalen liftplatform van 76 bij 15 meter kan schepen tot 2500 ton heffen en is corrigeerbaar voor slagzij en trim. De trekkracht is totaal 22x250= 5500 ton en de hef- en daalsnelheid zijn regelbaar. Met de modulair opgebouwde transportwagens kunnen diverse scheepsklassen zowel in langs- als dwarsrichting snel getransporteerd worden. De dieselhydraulisch aangedreven transportwagen bestaat uit treinstellen van 8 en 12 meter en kan in lengte worden gevarieerd tot maximaal 56 meter totaal. De wagens rijden op rails en rusten op 2-wielige bogies die 90 graden draaibaar zijn. Gelifte schepen kunnen op deze manier ergens op het platform geparkeerd worden of de reparatieloods binnengereden. Ook de contouren van de werkplaatsen verschenen boven het maaiveld en er werden voorbereidingen getroffen voor de verhuizing. Hierbij was het motto dat een werkplaats slechts een beperkt aantal dagen buiten bedrijf mocht zijn. Het grootste deel van het bestaande machinepark op de oude Rijkwerf Willemsoord werd na grondig onderzoek op de technische toestand, al dan niet gereviseerd en bestemd voor de nieuwe werkplaatsen. De professionele verhuizers klaarden het karwei steeds binnen de afgesproken tijd. Het project Nieuwe Rijkswerf heeft het de Koninklijke Marine mogelijk gemaakt haar taak doelmatiger uit te voeren door het noodzakelijke onderhoud aan de platformsystemen op de Rijkswerf optimaal uit te voeren. Door het realiseren van de doelstelling van het project werd een doelmatig en modern complex gerealiseerd waarin de werkomstandigheden voor het personeel als uitstekend kunnen worden gekwalificeerd. De reparatiewerf omvatte na gereedkomen het volgende: - Een overdekt dok geschikt voor fregatten. - Een overdekte opstelplaats geschikt voor geconditioneerd onderhoud aan onderzeeboten en mijnenjagers. - Een aantal opstelplaatsen voor openluchtreparaties aan onderzeeboten en mijnenjagers. - Reparatiekaden voor alle soorten schepen. - Goed geoutilleerde werkplaatsen voor alle benodigde disciplines. - Een volgens de laatste milieuwetgeving ingerichte oppervlaktebewerkingsplaats. - Een centraal kantoorgebouw waarin de verschillende afdelingen in direct contact en met korte lijnen hun werk gericht op het geheel verrichten. De werkplaatsen zijn gerangschikt rond de hallen en kaden zodat afstanden geminimaliseerd zijn. Het project is door de bemanning van de Rijkswerf opgepakt onder het motto “Voor de Rijkswerf, door de Rijkswerf”. En zo is het ook uitgevoerd. Zij werden daarbij ondersteund door een veelheid aan defensie-afdelingen en externe deskundigen die, elk voor zich, het beste hebben gegeven om de Rijkswerf van een verouderde en ondoelmatige inrichting te veranderen in de modernste werf van de wereld waarin de Rijkswerfleus “Schepen heel en op tijd” waargemaakt werd. De Rijkswerf "Willemsoord" bleef nog tot 1993 op haar oude plek. De verhuizing van mensen en machines vond plaats in 1992 en 1993. In 1993 werd deze werf, genaamd “Nieuwe Rijkswerf” officieel in gebruik genomen, waarmee een eind was gekomen aan de oude Rijkswerf "Willemsoord". Een overgroot gedeelte van het terrein van de oude rijkswerf werd overgedragen aan de gemeente Den Helder.
Verder op blad 8, “Het Marinebedrijf”.
Startsein bouw Nieuwe Rijkswerf. Staatssecretaris van Defensie J. van Houwelingen geeft het officiële startsein voor de bouw van de Nieuwe Rijkswerf. Hij onthulde hierbij op het terrein naast Dok 6 een model van een meerpaal, met daarop een plaquette. Bro Het bouwterrein voor de Nieuwe Rijkswerf op het noord-oostelijk deel van de Nieuwe Haven zoals het was op 9 januari 1989. Aan de steiger tegen het bouwterrein aan ligt Hr.Ms. Poolster (1964-1994). Daaronder liggen Hr.Ms. Abraham Crijnssen (1983-1997) en H Het Schepenlift complex van de Nieuwe Rijkwerf op de Nieuwe Haven. Bron NIMH Bouw van Dok VI in 1978, Bron HisDocMB Het bouwterrein voor de Nieuwe Rijkswerf op het noord-oostelijk deel van de Nieuwe Haven zoals het was op 9 januari 1989. Links boven het fregattendok Dok VI. Bron: NIMH