© Historisch Documentatiecentrum Marinebedrijven
Historie van de Marine onderhoudsbedrijven
Rijkswerf Willemsoord.
De geschiedenis van de Rijkswerf begint zo'n 200 jaar geleden.
Nederland heette toen nog de Republiek der Zeven Provinciën. Aan het hoofd van de republiek stond stadhouder
Willem V. In 1779 kreeg stadhouder Willem V interesse in Het Nieuwe Diep, maar daar staken de Zuiderzeesteden
meteen een stokje voor. Wat niet linksom kan lukt soms rechtsom dacht Willem V en speelde het balletje nogmaals op
via de reders in Amsterdam. Op 20 april 1781 gaf de Admiraliteit te Amsterdam toestemming om van het Nieuwe Diep
een veilige ligplaats te maken. De door kapitein May en landmeter Goudriaan ingeleverde plannen werden goedgekeurd
en op 5 september 1781 werden de benodigde werkzaamheden aanbesteed. Met de aanleg van dammen, waaronder de
vangdam en dijken werd de veilige ligplaats gerealiseerd.
In 1789 lagen er 151 schepen, maar verder waren er geen faciliteiten. Meer dan de naam “vluchthaven” mocht het in die
tijd niet hebben. Maar er moest ook een werf worden gebouwd om er schepen te bouwen en te repareren.
Van deze mooie plannen kwam niet veel terecht. Amsterdam lag dwars, om reden dat zij zelf een een belangrijke
marinestad was met belangrijke scheepswerven en dat zo wilden houden.
Uiteindelijk kreeg Den Helder slechts toestemming om een reparatiedok te bouwen, een zogenaamde kielplaats, waar
alleen de hoognodige reparaties konden worden verricht. Deze kielplaats kwam gereed in 1792.
De Franse tijd.
Vanaf deze tijd veranderde er veel in Nederland. In 1795 werd Nederland bezet door de Fransen en later zelfs bij Frankrijk
ingelijfd. De Franse Keizer Napoleon bracht in 1811 een bezoek aan Den Helder.
De Keizer vond dat er wel wat meer te maken viel van de haven en besloot dat in Den Helder de grootste marinehaven
van Nederland moest worden gebouwd. Ook moest er een grote marinewerf komen.
In 1812 werd met de bouw begonnen maar lang is er onder Frans gezag niet aan gewerkt. In 1813 werd Napoleon
verslagen en Nederland werd een koninkrijk. Onze eerste koning heette Willem 1.
Ook koning Willem 1 zag het belang van een grote marinehaven en werf goed in en gaf de opdracht de plannen van
Napoleon te voltooien. De voornaamste werkzaamheden die nog moesten gebeuren waren: het graven van een droogdok;
het bouwen van het stoommachinegebouw om het dok leeg te pompen; het graven van het afsluitingskanaal;
het graven van een natdok (dat is een kleine binnenhaven waar schepen kunnen worden geparkeerd) en het bouwen van
magazijnen en werkplaatsen. Alles gebeurde uitsluitend met hand- en paardenkracht. Op een bepaald moment waren
meer dan duizend mensen, tweehonderd paarden en dertien baggerschuiten aan het werk om de werf te realiseren.
Daarvan waren 70 tot 90 paarden dag en nacht aan de kettingmolens bezig om dok en sluisputten leeg te pompen en
droog te houden. In Luik werd in 1819 een stoommachine met negen pompen voor het pompgebouw besteld dat in mei
kon proefdraaien en slaagde met vijftien zuigerslagen per minuut. De euforie duurde niet lang, want al gauw bleken heel
wat mankementen zoveel problemen te geven dat meneer Cockerhill uit Luik kwam die de hele machine afkeurde.
Daarop nam de marine het initiatief een nieuwe machine te bouwen die in 1821 werd geïnstalleerd.
In 1822 werd de werf aan de marine overgedragen. De eerste bouwfase was daarmee afgesloten. De werf was nu officieel
een rijkswerf en kreeg de naam Willemsoord als eerbetoon aan Koning Willem 1, die de opdracht had gegeven de werf af
te bouwen. De kielplaats (Het Nieuwe Werk) was daarmee overbodig geworden. Het eerste schip dat in het Dok naar een
ontwerp van Jan Blanken werd bekeken, was op 13 juli 1822 het linieschip “Willem de Eerste”. Er bleek echter geen eer
meer te behalen aan dit schip en dus werden de eerste echte reparaties gedaan aan het volgende schip dat in het dok
kwam te liggen de “Holland”.
In de loop der jaren zou er nog heel wat veranderen aan de werf. Vanaf 1823 tot 1827 werd er gewerkt aan de voltooiing
van de werf. In die tijd werden nog diverse werkplaatsen gebouwd. In 1827 werden de werklieden van het Nieuwe werk
overgeplaatst naar de Rijkswerf. Vaste uren waren er niet, de werktijden stonden omschreven als “met daglicht”.
Dit betekende dus in de zomer langere werkdagen dan in de winter. Naast het dagloon, want veel werklieden waren
dagloners, waarvan de scheepstimmerlieden het meeste verdiende, kregen zij “vrij bier” dat “op gepaste wijze” gedronken
mocht worden. Echter, een kruik of vaatje mee naar huis nemen zat er niet in. Vlak voor het moment dat de bel luidde ten
einde van de werkdag spoedde de hoofden, meesterknechts en commandeurs zich naar de uitgang om de werklieden te
controleren. Het enige dat zij bij zich mochten hebben was gereedschap want dat moesten de werklui zelf aanschaffen en
was dus eigendom van de hardwerkende lieden.
De Rijkswerven in Den Helder, Amsterdam en Rotterdam waren niet de enige Rijkswerven in Nederland.
Er waren ook nog rijkswerven in, Hellevoetsluis, Medemblik, en Vlissingen. Maar ook daar werden alleen reparaties verricht
en geen nieuwbouw.
Vanaf 1857 werd begonnen met de bouw van een tweede droogdok. In de loop der jaren kwam er steeds meer werk voor
de werf naar Den Helder. Dat kwam onder andere doordat sommige andere rijkswerven dicht gingen. Behalve een tweede
droogdok, werden ook nieuwe werkplaatsen gebouwd en werd het oude natte dok vergroot. Rijkserf Willemsoord werd
steeds belangrijker als rijkswerf. Er werd voortdurend gebouwd en vernieuwd. In de loop der jaren was er veel aan de
schepen veranderd. In het begin waren de schepen betrekkelijk klein en waren het alleen maar zeilschepen. Later werden
de schepen groter en kwamen er stoomschepen. Dat maakte het werk op de werf al een stuk moeilijker.
Er moesten dan ook werkplaatsen komen waar de stoommachines konden worden gerepareerd en alles moest worden
aangepast aan de steeds groter wordende schepen.
Pas later, in 1933, nadat de laatste werf in Hellevoetsluis werd opgeheven,
bleef Willemsoord als enige Rijkswerf over. Het was de enige plaats waar de
marineschepen werden voorzien van hun uitrusting en waar ze gerepareerd
werden en in goede conditie werden gehouden. De noodzaak om uit te
breiden nam daardoor toe. Op het terrein van de werf verschenen steeds
meer werkplaatsen en magazijnen.
De tweede wereldoorlog.
In 1940 brak voor Nederland de Tweede Wereldoorlog uit. Ook De Rijkswerf werd, net als de rest van Nederland, werd
door de Duitsers bezet., hoofdzakelijk door de Kriegsmarine. De Duitse bezetters konden de oorlogshaven natuurlijk goed
gebruiken in die tijd. De arbeiders van de werf werden gedwongen voor hen te blijven werken.
Het markantste bouwwerk, het Stoommachinegebouw, wordt de commandopost. Het houten schilddak wordt vervangen
door een betonnen exemplaar. Muren en vensters worden versterkt met gewapend beton. Door het gebruik van de werf
door de Kriegsmarine is de stad een van de meest gebombardeerde steden van Nederland, meer dan 100 keer.
Helaas waren die bombardementen niet erg nauwkeurig en vielen er veel bommen op de stad zelf. Hierdoor werd veel
leed werd veroorzaakt, zowel op de werf zelf als in de rest van Den Helder. Er vielen veel slachtoffers en veel gebouwen
op de werf en in de rest van Den Helder werden verwoest of zwaar beschadigd. Hierdoor werd besloten dat zo veel
mensen als mogelijk moesten worden geëvacueerd. Zij werden ondergebracht in dorpen en steden in de buurt.
De Duitse militairen hadden op het terrein van Willemsoord al schuilkelders gebouwd waar ze tijdens de aanvallen in
konden schuilen. Enkele van deze bunkers staan er nog steeds en zul je tijdens een rondwandeling kunnen bezichtigen.
Na de tweede wereldoorlog.
Na de bevrijding van Nederland in 1945 was de regering het er nog niet over eens of de marinehaven wel in Den Helder
moest blijven. Maar gelukkig werd, in 1948, besloten de haven in Den Helder te houden waarmee ook De Rijkswerf was
gered. Na de Tweede Wereldoorlog bereikte de werf zijn
grootste omvang. In 1949 werd er begonnen met het
graven van een nieuwe haven, de nieuwe thuisbasis voor
de schepen van de Koninklijke Marine.
De Rijkswerf "Willemsoord" bleef nog tot 1993 op haar
oude plek.
In 1988 werd met de bouw van de "Nieuwe Rijkswerf"
begonnen op het "Nieuwe Haven" terrein. De verhuizing
van mensen en machines vond plaats in 1992 en 1993.
In 1993 werd deze Nieuwe Rijkswerf” werf officieel in gebruik genomen, waarmee een eind was gekomen aan de
oude Rijkswerf "Willemsoord". Een overgroot gedeelte van het terrein werd overgedragen aan de gemeente Den Helder.